focaccia

ingrediënten 

500 g bloem

10 g zout

8 g gist

450 g water

ongezouten roomboter

4 el olijfolie

zeezout

1-2 tl rozemarijn

bereiding

Maak het deeg: Klop in een grote kom de bloem, het zout en de instant gist door elkaar. Voeg het water toe. Meng met een rubberen spatel tot de vloeistof is opgenomen en de ingrediënten een kleverige deegbal vormen. Wrijf het oppervlak van het deeg licht in met olijfolie. Dek de kom af met een vochtige theedoek of plasticfolie en zet hem onmiddellijk in de koelkast voor minstens 12 uur of zelfs drie dagen.

Bekleed bakblik van 20 x 30 met bakpapier en vet in met boter. Giet twee eetlepels olie in het midden van het bakblik. Voeg de deegbal toe aan het bakblik en rol de deegbal in de olie om hem helemaal te bedekken. Laat het deeg 3 tot 4 uur rusten, afhankelijk van de kamertemperatuur.

Zet een rooster in het midden van de oven en verwarm deze voor op 220 °C. Strooi de rozemarijn over het deeg. Giet twee eetlepels olie het deeg. Wrijf je handen lichtjes in de olie om ze te bestrijken en druk dan met al je vingers recht naar beneden om diepe kuiltjes te maken. Rek het deeg zo nodig voorzichtig uit terwijl je kuiltjes maakt, zodat het deeg het gehele blik vult. Bestrooi het geheel met zeezout.

Zet het blik in de oven en bak 25 tot 30 minuten, tot de onderkant goudkleurig en knapperig is. Haal de focaccia uit de oven en laat minimaal 10 minuten (of helemaal) afkoelen op een koelrek.